Beta
versie -
Delen:

Gebruik de experimenteerbepaling om circulaire bedrijventerreinen te realiseren

Juridische houdbaarheid
Hoog
Invloed
Hoog
Overheidslaag
Provinciaal  
R-ladder
R1 - 
R2 - 
R3 - 
R4 - 
R5 - 
R6  

Met de experimenteerbepaling kan afgeweken worden van regelgeving, waardoor de ontwikkeling van een circulair bedrijventerrein kan worden voorgeschreven.

Wat is een experimenteerbepaling?

De experimenteerbepaling maakt het mogelijk om tijdelijk af te wijken van bepalingen uit onder andere de Omgevingswet, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en de Elektriciteitswet. De bepaling is bedoeld voor nieuwe ontwikkelingen, technieken en praktijken waarin bestaande regelgeving niet voorziet.

Hoe kun je een experimenteerbepaling toepassen? 

De realisatie van een circulair bedrijventerrein kan door beperkingen van onder meer de Omgevingswet en Elektriciteitswet niet volledig worden afgedwongen met decentrale regelgeving. Overheden kunnen bijvoorbeeld geen regels opstellen in strijd met het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Ook mogen overheden geen regels opstellen in het belang van energievoorziening, bijvoorbeeld voor een lokaal energiesysteem. Om in een bepaald gebied een circulair bedrijventerrein voor te schrijven in decentrale regels is dus experimenteerruimte nodig.Je kunt alleen gebruik maken van de experimenteerbepaling met toestemming van het Rijk. Een experiment moet je dus altijd eerst aanvragen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Uit de praktijk

Het regionale bedrijventerrein Heesch West moet het duurzaamste bedrijventerrein van Noord-Brabant worden. Die duurzame ambities staan in een circulair kwaliteitsplan. Een kwaliteitsteam toetst elke potentiële bedrijfsvestiging aan de ambities van het plan. In het bestemmingsplan staan regels om de ambities te kunnen waarmaken. Het bestemmingsplan Heesch West is vastgesteld en in werking. Doordat afgeweken kan worden van regelgeving, maakt dit bestemmingsplan het bijvoorbeeld mogelijk om windturbines op het bedrijventerrein te plaatsen.

Een ander voorbeeld van een experiment is het Brainport Smart District in Helmond. Uitgangspunt van het experiment is om een gebied te ontwikkelen met oog voor meer dan alleen bouwen en ruimtelijke ordening. In het bestemmingsplan zijn geen regels opgenomen, maar randvoorwaarden. Dat betekent dat elk initiatief in het gebied moet bijdragen aan de doelstellingen van het experiment.

Het plan wil ruimte geven voor innovatie. Er wordt gebruikgemaakt van de nieuwste technieken en inzichten om te komen tot een leefklimaat dat de aarde niet verder belast. Dat betekent: energiepositief, CO2-negatief, een circulaire waterketen, een materialenbank, lokale productie van voedsel, nieuwe mobiliteitsconcepten en veel aandacht voor gezondheid en voor data- en energiecoöperaties.

Voorwaarden

  • Het doel van een experiment moet zijn om bij te dragen aan een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, met het oog op een duurzame ontwikkeling.
  • Het Rijk moet goedkeuring verlenen voor de uitvoering van het experiment. Een experiment moet worden aangevraagd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
  • Zoals volgt uit artikel 23.3, derde lid en onder d, Ow is een experiment in principe een tijdelijke maatregel die niet langer duurt dan nodig is voor het doel van het experiment. Als het gaat om een experiment waarmee kan worden afgeweken van een omgevingswaarde, geldt een maximale duur van 10 jaar. Voor andere experimenten kan een langere tijdsduur gelden, of die kunnen zelfs permanent zijn. 
  • Voor ieder experiment moet worden vastgelegd hoe het experiment wordt geëvalueerd en tussentijds wordt gemonitord.

Juridische toelichting

In artikel 23.3 Omgevingswet (Ow) staat dat een experiment kan worden geregeld in een Algemene maatregel van bestuur (Amvb). Het experiment houdt in dat van bepaalde regelgeving kan worden afgeweken.

RechtsgebiedPubliekrecht > Omgevingsrecht
CiteertitelOmgevingswet
Artikel23.3
Geldig vanafInvalid Date