Beta
versie -
Delen:

Neem maatregelen op in het omgevingsprogramma

Juridische houdbaarheid
Hoog
Invloed
Gemiddeld
Overheidslaag
Gemeentelijk - Provinciaal - Nationaal  
R-ladder
R1 - 
R2 - 
R3 - 
R4 - 
R5 - 
R6  

In een omgevingsprogramma kun je maatregelen opnemen om circulaire bedrijventerreinen te realiseren.

Hoe kun je een omgevingsprogramma toepassen?

De doelstelling van de provincie of gemeente om circulaire bedrijventerreinen te stimuleren en ruimte daarvoor vrij te maken, kan worden uitgewerkt in een vrijwillig omgevingsprogramma. Ook kun je hierin de maatregelen opnemen die nodig zijn om die doelstelling te behalen.

Voorbeelden van dit soort maatregelen: 

  • Het ontwikkelen van een strategische transitieagenda in samenwerking met de bestaande industrie. Die transitieagenda bevat acties over omgang met grondstoffen en het efficiënter maken van industrie in de transitie naar circulaire economie.
  • Het maken van een circulaire uitgiftestrategie voor nieuwe kavels om het vormen van circulaire clusters te stimuleren. Door bedrijven dichter bij elkaar te plaatsen, wordt het mogelijk om materiaalstromen efficiënter te maken.
  • Het organiseren van bijeenkomsten waarbij je partijen samenbrengt die binnen de regio actief zijn om gezamenlijk vanuit verschillende optieken een gebiedsplan op te stellen.

Daarnaast kun je in het omgevingsprogramma de gemeente of provincie de bevoegdheid geven om een voorkeursrecht te vestigen op een onroerend goed. Bijvoorbeeld op een grondperceel. Als de eigenaar van de grond de grond vervolgens wil verkopen, dan moet de eigenaar die grond eerst aanbieden aan de overheid. Als de overheid de grond dan koopt, kan de overheid (provincie of gemeente) de grond vervolgens gebruiken om circulaire bedrijventerreinen te ontwikkelen of ruimte te maken voor circulaire activiteiten. De overheid heeft als grondeigenaar een sterke positie en kan dus invloed uitoefenen op de manier waarop de grond zal worden gebruikt. Zie ook het instrument: Vestig een voorkeursrecht op grond en gebouwen.

Uit de praktijk

Op dit moment zijn er nog geen voorbeelden van omgevingsprogramma’s die betrekking hebben op circulaire bedrijventerreinen. Pak de regie door met het omgevingsprogramma aan de slag te gaan en deel je ervaringen met ons. Hierbij kun je volgende informatie gebruiken:

  1. Op de website van Informatiepunt Leefomgeving vind je een handige wegwijzer voor het opstellen van een vrijwillig omgevingsprogramma waarmee je aan de slag kunt.
  2. In de Bouwstenenvisie van IPO staan voorbeeldteksten voor het vormen van een uitgewerkte visie (voor het provinciale beleid) als het gaat om de inzet van vergunningverlening, toezicht en handhaving ten behoeve van de transitie naar een circulaire economie. Dit kun je ook opnemen in een omgevingsprogramma die (mede) gaat over circulaire bedrijventerreinen. Voorbeelden die genoemd worden:
  • We stimuleren bedrijven om verdergaande CE maatregelen te treffen. Dit doen we door actief met bedrijven in gesprek te gaan over mogelijkheden en kansen in, en de noodzaak van de circulaire economie.
  • We stimuleren actief relevante bedrijven om experimenten uit te voeren die bij kunnen dragen aan een circulaire economie. Bij alle (toezichts)contacten dragen we uit dat experimenteren voor de circulaire economie mogelijk is en door ons wordt ondersteund. We geven hiervoor uitleg over de mogelijkheden en onmogelijkheden. Daar waar we experimenteren toestaan met beperkt risico en weinig effecten op het milieu, gaan we een omgevingsdialoog aan om betrokkenen actief mee te nemen. Hierdoor verlopen experimenten soepeler.
  • We faciliteren meerdere ketenprojecten met als doel dat we in 2030 de ketens voor zowel kritieke als bulk grondstoffen waar provincies als bevoegd gezag een rol hebben, inzichtelijk krijgen. Daar waar het Rijk dit al organiseert doen we uiteraard geen dingen dubbel.

Voorwaarden

  • De inhoud van een omgevingsprogramma is vormvrij, maar er moet wel ten minste 1 maatregel en 1 uitwerking van een beleidsdoel in staan (artikel 3.5 Omgevingswet);
  • Het omgevingsprogramma moet gaan over een onderwerp waar de Omgevingswet op van toepassing is (artikel 1.2 Omgevingswet);
  • Het omgevingsprogramma moet gepubliceerd worden in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Juridische toelichting

Volgens artikel 3.4 Ow kunnen zowel Rijk, provincies als gemeenten programma’s vaststellen voor de uitwerking van hun beleid en het treffen van maatregelen om aan een of meer omgevingswaarden te voldoen. In de gemeente wordt het programma vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. In de provincie door Gedeputeerde Staten. 

RechtsgebiedPubliekrecht > Omgevingsrecht
CiteertitelOmgevingswet
ArtikelAfd. 3.2 (art. 3.4 e.v.)
Geldig vanafTBD