Het doel van onteigenen is om nieuwe overheidsgrond te krijgen. Met eigen grond kan de overheid de functies realiseren die in het omgevingsplan op die locatie zijn toegestaan. Door bouwwerken en grond op te kopen, kan de overheid projecten voor verbouw of nieuwbouw circulair aanbesteden of de grond onder circulaire voorwaarden uitgeven.
In een onteigeningsbeschikking moet staan dat er een onteigeningsbelang is en dat onteigening noodzakelijk en urgent is.
Als in een omgevingsplan een locatie is aangewezen voor een circulair bedrijventerrein en het huidige gebruik op die locatie niet meer is toegestaan volgens het omgevingsplan, dan kan het belang van onteigening zijn dat de overheid de toegestane functie (het circulaire bedrijventerrein) wil gaan realiseren.
De onteigeningsbeschikking wordt altijd getoetst door de bestuursrechter. Als de onteigeningsbeschikking door de bestuursrechter in stand wordt gelaten, dan kan de grond worden onteigend.
Op grond van artikel 11.1 Omgevingswet kan onteigening van onroerende zaken als bedoeld in artikel 14 van de Grondwet plaatsvinden in het algemeen belang van het ontwikkelen, gebruiken of beheren van de fysieke leefomgeving.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Omgevingsrecht |
Citeertitel | Omgevingswet |
Artikel | 11.1 |
Geldig vanaf | Invalid Date |