Beta
versie -
Delen:

Neem maatregelen op in een omgevingsprogramma

Juridische houdbaarheid
Hoog
Invloed
Beperkt
Overheidslaag
Gemeentelijk - Provinciaal - Nationaal  
R-ladder
R1 - 
R2 - 
R3 - 
R4 - 
R5 - 
R6  

In een omgevingsprogramma kun je maatregelen opnemen om de circulaire infrastructuur te bevorderen.

Hoe kun je een omgevingsprogramma toepassen?

In een omgevingsprogramma kan je als overheid zowel de doelstelling opnemen om de circulariteit van infraprojecten te bevorderen als de maatregelen om die doelstelling te halen.

Voorbeelden van maatregelen die in een omgevingsprogramma kunnen worden opgenomen, zijn:

  • Het optimaliseren van inkoop- en aanbestedingsbeleid om circulaire infrastructuur te bevorderen.
  • het aangaan van samenwerking met de markt om de mate van circulariteit van infrastructuurprojecten te verhogen.
  • Het onderzoeken van de mogelijkheid om een maximale MKI-score af te dwingen voor infraprojecten.
  • Het realiseren of ter beschikking stellen van een [x] aantal materialenhubs voor infraprojecten om vraag en aanbod van materialen dichter bij elkaar te brengen.
  • Het opnemen van een omgevingswaarde in het omgevingsplan of omgevingsverordening.
  • Het juridisch borgen van een maximale MKI-score in het omgevingsplan of omgevingsverordening.
  • Het verplichten van een materialenpaspoort voor infrastructuur in het omgevingsplan of omgevingsverordening.

Uit de praktijk

  • De gemeente Veere heeft een Omgevingsprogramma Duurzaam Veere 2022-2025 vastgesteld. In het omgevingsprogramma zijn verschillende duurzaamheidsthema’s opgenomen: Leefomgeving, Energietransitie, Klimaatadaptatie, Circulaire economie en Duurzame mobiliteit. Circulair inkopen is één van de instrumenten die ingezet wordt om een circulaire economie te bereiken. In 2030 wil de gemeente nagenoeg alle projecten circulair aanbesteden. In het omgevingsprogramma is de maatregel opgenomen om duurzaam, circulair en lokaal inkopen verder te borgen in het inkoopbeleid.
  • Voor de ambities op het gebied van circulaire infrastructuur wordt in de omgevingsvisie van de provincie Zuid-Holland verwezen naar de Strategie Circulair Zuid-Holland: Samen Versnellen. De uitwerking in deze strategie kan ook opgenomen worden in een omgevingsprogramma. In de strategie staat:

‘Indien haalbaar en betaalbaar schalen wij succesvolle pilots op met circulair bouwen en CO2-neutraal beheer en onderhoud en zorgen dat dit de standaard wordt bij aanleg, beheer en onderhoud. Dit kan zowel in onze wegen, oeververbindingen als de kunstwerken. We werken toe naar de realisatie van zichtbare voorbeeldprojecten. Eén van de onderdelen daarvan is het invoeren van een materialenpaspoort, zo kunnen we onze eigen assets beter beheren. In de aanbesteding kijken we meer naar EMVI-criterium, het gebruik van een grondstoffenbank en eisen in vrijkomende materialen. Ook kunnen we de catalogus van het moederbestek herzien in het licht van circulaire technieken en beschikbaar van biobased materialen. In CB’23 werken we samen met partijen als Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf, Bouwcampus en NEN om voor te bereiden dat overheden in 2023 in staat zijn om circulair aan te besteden.’

Op de website van Informatiepunt Leefomgeving vind je een handige wegwijzer voor het opstellen van een vrijwillig omgevingsprogramma.

Voorwaarden

  • De inhoud van een omgevingsprogramma is vormvrij, maar er moet wel ten minste een maatregel en een uitwerking van beleid in staan (artikel 3.5 Omgevingswet);
  • Een omgevingsprogramma kan gaan over een gebied of over een bepaald thema, zoals duurzaamheid of circulariteit.
  • Het omgevingsprogramma moet gepubliceerd worden in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Juridische toelichting

Volgens artikel 3.4 Ow kunnen zowel Rijk, provincie als gemeente omgevingsprogramma’s vaststellen voor de uitwerking van hun beleid en het treffen van maatregelen. Een omgevingsprogramma gaat over (onderdelen van) de fysieke leefomgeving, zoals infrastructuur (artikel 1.2 Ow). In de gemeente wordt het programma vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. In de provincie door Gedeputeerde Staten.

Er zijn vier varianten van omgevingsprogramma’s:

  1. Het vrijwillige programma (artikel 3.4 Ow). Dit programma is dus niet verplicht en komt voort uit de behoefte van een bestuur zelf.
  2. Verplichte programma’s op grond van EU-wetgeving (artikel 3.6 t/m 3.9 Ow). Een voorbeeld is het Actieplan Geluid dat het Rijk en elke provincie of gemeente moet vaststellen.
  3. Verplicht programma bij (dreigende) overschrijding omgevingswaarden (artikel 3.10 Ow). Wanneer de overheid een omgevingswaarde heeft vastgesteld en deze wordt niet gehaald of het is aannemelijk dat deze niet gehaald wordt, dan moet de overheid een programma opstellen met maatregelen zodat er nog wel aan de omgevingswaarde kan worden voldaan.
  4. Programma met programmatische aanpak (artikel 3.15 t/m 3.19 Ow). Dit is ook een vrijwillig in te zetten programma dat bedoeld is voor gebieden waarvoor omgevingswaarden gelden die onder druk staan. De programmatische aanpak onderscheidt zich van de andere typen programma’s doordat het – naast een uitwerking van het beleid en een maatregelenpakket – ook activiteiten bevat waarop met het programma regie wordt gevoerd op het voldoen aan de omgevingswaarden.
RechtsgebiedPubliekrecht > Omgevingsrecht
CiteertitelOmgevingswet
Artikel3.4 e.v. (afd. 3.2)
Geldig vanafInvalid Date