De exploitatie van onder andere abri’s, mupi's en lichtmasten die worden gebruikt voor reclame, wordt geregeld via een concessieopdracht.
Anders dan bij een reguliere opdracht bestaat de tegenprestatie van de aanbesteder hierbij niet uit betaling, maar uit het recht om een werk, dienst of levering te exploiteren, in dit geval het ophangen van reclame. In de aanbestedingsdocumenten moet je opnemen welke eisen en voorwaarden gelden bij de uitvoering van de concessieopdracht.
Daarnaast wordt een concessieovereenkomst opgesteld. De concept-concessieovereenkomst en het programma van eisen worden gelijktijdig met de aanbestedingsleidraad gepubliceerd zodat de inschrijvers hun inschrijving en hun exploitatiemodel kunnen afstemmen op die eisen en voorwaarden.
Bij het doen van een inschrijving verklaart de inschrijver zich akkoord met alle aanbestedingsdocumenten (en dus alle voorwaarden en eisen). In de voorwaarden en eisen kun je opnemen dat het maken van reclame voor fast fashion niet is toegestaan.
Je kunt eventueel ook een lichtere maatregel opnemen in een concessieovereenkomst voor reclame over fast fashion. Zo kun je in de concessieovereenkomst de verplichting opnemen dat reclame voor fast fashion een disclaimer moet bevatten over de nadelige gevolgen voor het milieu. Dit kan bijdragen aan het verminderen van de consumptie van textiel doordat consumenten bewuster worden van de impact van hun keuzes.
In Nederland is nog geen reclameverbod voor fast fashion ingevoerd. Er bestaan wel voorbeelden van gemeenten die geen reclames voor vlees toestaan:
Een reclameverbod schuurt tegen het recht op vrijheid van meningsuiting aan. Als een reclameverbod in een concessieovereenkomst kan worden aangemerkt als een inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting, dan moet de overheid een belangenafweging maken.
In de belangenafweging moet enerzijds het recht op vrijheid van meningsuiting worden gewogen en anderzijds het recht op leven, dat door klimaatverandering in het geding komt.
De overheid moet goed kunnen toelichten hoe zij de betrokken belangen heeft afgewogen en hoe zij de precieze omvang van het reclameverbod rechtvaardigt. De overheid kan bijvoorbeeld wijzen op haar zorgplicht om beleid te maken om schadelijke CO2-uitstoot en overmatig afval te reduceren.
Een eventuele inbreuk op de vrijheid van meningsuiting is toegestaan als hiervoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Bijvoorbeeld:
In de Aanbestedingswet 2012 is in Deel 2a een wettelijke regeling opgenomen voor concessieopdrachten.
Lees meer over de mogelijkheden van decentrale overheden om ongewenste reclame te weren.
Rechtsgebied | Privaatrecht > Contracten |
Citeertitel | Aanbestedingswet 2012 |
Artikel | 2a.1 |
Geldig vanaf | TBD |