Vraag een doelstelling over duurzaam textiel uit bij de milieu-effectrapportage

Hoe kun je een brede doelstelling voor een milieueffectrapportage toepassen?

Voor de ontwikkeling van een nieuw winkelgebied is een project-mer-beoordeling nodig. Het bevoegd gezag toetst of het project mogelijk aanzienlijke milieueffecten heeft en of een milieueffectrapport ( mer) moet worden opgesteld. Als overheid kun je motiveren wanneer sprake is van aanzienlijke milieueffecten. Als overheid heb je dus invloed op het uitvragen van een mer voor projecten die m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. Door het eisen van een mer kunnen milieueffecten van een project volwaardig worden meegenomen in de besluitvorming.

Voor het opstellen van een milieueffectrapport (mer) moeten de doelstellingen van het project worden beschreven. Die worden getoetst op haalbaarheid. Daarnaast worden in de mer de beleidskeuzes gegeven waarmee je die doelstellingen kunt halen.

Voor textiel kan bijvoorbeeld een doelstelling zijn dat het moet gaan om een duurzame ontwikkeling, met een focus op het tegengaan van fast fashion. Er kan ook een omgevingswaarde worden opgenomen in de doelstelling, bijvoorbeeld:

Het aanbod textiel voldoet aan de gestelde duurzaamheidseisen, zoals omschreven in het beleid [X].

In beleid [X] stel je eisen over circulariteit van textiel.

Het plan moet getoetst worden op het behalen van deze doelstelling. Ook moet er onderzoek gedaan worden naar alternatieven die aan de doelstelling voldoen. Een alternatief dat niet aan de omgevingswaarde voldoet, is dan niet realistisch.

Lees meer over omgevingswaarden bij het instrument ‘Stel een omgevingswaarde vast om textielafval te verminderen’.

Degene die een mer moet (laten) opstellen, beschrijft de doelstellingen. Dat is de initiatiefnemer van een plan of project waarvoor een mer verplicht is. Dat kan de overheid zijn of een private initiatiefnemer.

Als de overheid zelf aan zet is, dan kun je circulaire doelstellingen laten opnemen in de mer.

Als een particuliere initiatiefnemer aan zet is, kun je als overheid in gesprek gaan met de initiatiefnemer en sturen op het laten opnemen van circulaire doelstellingen in de mer.

Het is belangrijk dat de overheid stuurt op doelstellingen die in de mer worden meegenomen. Het is namelijk ook de overheid die de mer meeneemt in de besluitvorming van het project.

Meer informatie over op welke manier circulariteit een plek kan krijgen in de mer is te vinden in de Factsheet circulariteit in m.e.r.-beoordeling, van de onafhankelijke Commissie mer.

Juridische toelichting

De mer brengt de milieueffecten van een plan of project in beeld. Als een plan of project mogelijk aanzienlijke milieueffecten tot gevolg heeft, dan moet een milieueffectrapport worden gemaakt. Aanzienlijke milieueffecten kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van de effecten die het project heeft op het klimaat en de kwetsbaarheid van het project voor klimaatverandering (zie bijlage IV van de m.e.r.-richtlijn).

In de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit staat wanneer een mer verplicht is. Een vrijwillige mer is ook mogelijk. De wet maakt onderscheid tussen twee mer-procedures:

Als nog niet duidelijk is of het plan of project aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het milieu, dan moet je eerst een mer-beoordeling doorlopen. Het bevoegd gezag beoordeelt dan of een milieueffectrapport moet worden opgesteld. In bijlage V bij het omgevingsbesluit staat wanneer een mer-beoordeling verplicht is.

In artikel 11.3 en 11.16 van het Omgevingsbesluit (Ob) staat welke informatie in de mer moet worden opgenomen. De mer bevat in ieder geval de redelijke alternatieven voor het project en de specifieke kenmerken ervan. Met redelijke alternatieven wordt bedoeld dat de onderzochte alternatieven in elk geval in lijn moeten zijn met de doelstellingen van de m.e.r. De opgenomen doelstellingen zijn daarmee mede bepalend voor de inhoud van de mer. Daarom is het belangrijk dat je stuurt op het uitvragen van brede doelstellingen bij de m.e.r.

Volgens artikel 11.3 Ob moet in een plan-mer ook het verband met doelstellingen in andere plannen en projecten worden beschreven.

In artikel 16.53 lid 2, Omgevingswet staat dat het bevoegd gezag van het besluit waarvoor de mer-procedure wordt doorlopen, voorschriften kan verbinden die nodig zijn voor het beschermen van het milieu. Dat kan ook als de voorschriften in strijd zijn met het wettelijk kader waarop het besluit wordt gebaseerd. Lees hier meer over bij het instrument: Neem mitigerende maatregelen uit de mer op in besluiten voor projecten.