Beta
versie -
Delen:

Gebruik het omgevingsplan om te sturen op circulair textiel

Juridische houdbaarheid
Gemiddeld
Invloed
Hoog
Overheidslaag
Gemeentelijk - Provinciaal - Nationaal  
R-ladder
R3 - 
R4 - 
R5 - 
R6  

In het omgevingsplan kunnen regels worden opgenomen die circulair textiel bevorderen.

Hoe pas je een omgevingsplan toe?

In het omgevingsplan kun je locaties aanwijzen waar het is toegestaan om circulaire activiteiten uit te voeren, zoals het oprichten van een textielhub, een tweedehands kledingwinkel of een kledingreparatiewinkel.

Door het expliciet toestaan van circulaire activiteiten op locaties, worden eigenaren van die locaties uitgenodigd om hun grond voor deze activiteiten te gebruiken.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inzameling van afval. Regels daarover kunnen opgenomen worden in het omgevingsplan.

Regel bijvoorbeeld dat kledingwinkels alleen zijn toegestaan als zij een minimaal percentage van het gebruiksoppervlak gebruiken voor de inzameling en doorverkoop van (tweedehands) textiel.

Een voorbeeld van een functietoedeling in het omgevingsplan:

  1. Detailhandel is toegestaan.
  2. Bij verkoop van kleding wordt een [x]% van het gebruiksoppervlak gebruikt voor inzameling en doorverkoop van tweedehandskleding.
  3. [...]

Het voorschrijven van een minimaal percentage van het gebruiksoppervlak is een vestigingsbeperking, die moet voldoen aan de Dienstenrichtlijn. Lees hierover meer bij het instrument: Stel een vestigingsbeperking in voor kledingverkoop in het omgevingsplan.

Voor circulair textiel is het belangrijk dat er ruimte gereserveerd wordt voor kringloopwinkels, textielhubs, reparatiewinkels en recyclingbedrijven. Hierbij moet rekening worden gehouden met een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Wijs daarom locaties aan in het omgevingsplan waar deze functies zijn toegestaan. Zorg voor een divers winkelaanbod waarin alle functies die nodig zijn om de milieu-impact van textiel te verminderen, een plek hebben. Dit kan bijvoorbeeld ook door het gebruik van schaarse vergunningen, waarmee een maximaal aantal winkelpanden in een winkelcentrum bijvoorbeeld vergund kunnen worden aan kledingwinkels. Zie daarvoor het instrument: Stel een vestigingsbeperking in voor kledingverkoop in het omgevingsplan.

Ook kun je in het omgevingsplan een omgevingswaarde opnemen. Zie daarvoor het instrument ‘Stel een omgevingswaarde vast om textielafval te verminderen’.

Regels in de Afvalstoffenverordening kunnen ook in het omgevingsplan worden opgenomen. In het omgevingsplan kan bijvoorbeeld geregeld worden dat inwoners verplicht zijn om textiel gescheiden in te leveren. Zie meer hierover bij het instrument 'Verplicht gescheiden aanbieden van textiel in de afvalstoffenverordening'.

Voorwaarden

  • In haar omgevingsplan hoeft de gemeente niet specifiek te bepalen wat er in welk gebied komt. Hierdoor is het mogelijk om randvoorwaarden voor een ontwikkelingsgebied te bepalen.
  • In het kader van rechtszekerheid moeten open normen in beleidsdocumenten gespecificeerd worden. Voor circulariteit betekent dit dat begrippen zoals ‘aantoonbare bijdrage’ in beleid of beleidsregels uitgewerkt moeten worden. Dit kan bijvoorbeeld in een omgevingsvisie of programma.
  • Het omgevingsplan kan zowel verbods- als gebodsbepalingen bevatten.
  • Door de uitputtende werking van het Bbl kunnen gemeenten geen strengere of aanvullende regels stellen voor doelen waarop het Bbl betrekking heeft.

Juridische toelichting

Op grond van artikel 2.4, eerste lid, Omgevingswet dient de gemeenteraad een omgevingsplan vast te stellen. Het omgevingsplan bevat de regels die nodig zijn voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 4.2 Ow).

RechtsgebiedPubliekrecht > Omgevingsrecht
CiteertitelOmgevingswet
Artikel2.4
Geldig vanafInvalid Date