De SUP benoemt verschillende maatregelen, om zwerfafval tegen te gaan en duurzame alternatieven af te dwingen. De SUP concentreert zich op dit moment op tien productcategorieën:
De maatregelen van SUP bestrijken samen de gehele waardeketen: ontwerp, productie, levering, gebruik en verwerking.
Een belangrijke maatregel uit de SUP is de volgende toets: als er een betaalbaar en duurzaam alternatief beschikbaar is voor het plastic wegwerpproduct, dan wordt de toepassing ervan verplicht – en daarmee de plastic variant verboden.
Dit geldt bijvoorbeeld voor wattenstaafjes, bestek, borden, rietjes, roerstaafjes en stokjes voor ballonnen. Op deze manier dwingt de SUP het gebruik van het duurzame alternatief af aan de markt.
Is er nog geen duurzaam en betaalbaar alternatief voorhanden? Dan schrijft de SUP de volgende maatregelen voor, met als doel het verbruik van de producten te beperken:
De SUP benoemt de volgende specifieke verplichtingen voor lidstaten:
Handelsbeperkingen voor bepaalde kunststofproducten
De SUP benoemt een verbod voor het op de markt brengen van bepaalde plastic wegwerpproducten en producten vervaardigd uit oxo-degradeerbare kunststoffen.
Onder dit verbod vallen onder andere wattenstaafjes, ballonnen(stokjes), bestek, roerstaafjes, rietjes en borden. Bestaande voorraden mogen nog wel worden verkocht. Lidstaten moeten op dit handelsverbod toezien.
Toezicht op naleving
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), onderdeel van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, houdt in Nederland toezicht op de naleving van wet- en regelgeving met betrekking tot eenmalig te gebruiken plastic producten door bedrijven, organisaties en supermarkten.
Dit doet ILT door de belangrijkste sectoren te identificeren en het gedrag van ondernemers binnen deze sectoren te analyseren. Daarnaast verzamelt de ILT signalen en meldingen, van inspecteurs, burgers en bedrijven. De ILT is bevoegd om waarschuwingen af te geven en dwangsommen op te leggen.
Productvereisten
Vanaf 2025 moeten PET-drankflessen in elke lidstaat minstens 25% gerecyclede kunststoffen bevatten, berekend als het gemiddelde van alle op het grondgebied in de handel gebrachte PET-flessen.
Vanaf 2030 wordt dit percentage verhoogd naar minstens 30% voor alle soortgelijke drankflessen op het grondgebied van de lidstaat. Deze maatregelen zijn gericht op het bevorderen van het gebruik van gerecyclede materialen in drankverpakkingen.
Markeringsvoorschriften
De lidstaten verplichten fabrikanten om opvallende, duidelijk leesbare en onuitwisbare markeringen op kunststofproducten voor eenmalig gebruik aan te brengen.
Deze markeringen moeten consumenten informeren over passende afvalbeheer-opties, in overeenstemming met de afvalhiërarchie.
Daarnaast moeten ze de aanwezigheid van kunststoffen in het product en de negatieve milieu-impact van zwerfafval of ongeschikte verwijderingsmethoden benadrukken.
Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid zwerfafval (UPV)
De SUP benoemt een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV): producenten worden verantwoordelijk gehouden voor het zwerfafval afkomstig van hun plastic wegwerpproducten.
Rebel heeft in een advies aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een beslisboom gemaakt over de relatie tussen de verplichtingen vanuit de SUP en de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV).
Daarnaast benoemt de SUP dat producenten de kosten voor het opruimen van het zwerfafval afkomstig van hun producten moeten vergoeden. Producenten betalen een vast bedrag voor elk plastic wegwerpproduct dat ze op de markt brengen. Dit bedrag varieert per product.
De overheid voert elke vier jaar een kostenonderzoek uit om de kosten te bepalen die gepaard gaan met bewustwordingsmaatregelen en het opruimen van zwerfafval.
Op basis van dit onderzoek en een jaarlijks samenstellingsonderzoek, waarbij de samenstelling van het zwerfafval en het aantal op de markt gebrachte producten wordt bepaald, stelt de overheid jaarlijks de bijdrage van producenten vast.
De SUP bevat verplichtingen die over het algemeen voor iedereen gelden. De richtlijn maakt wel onderscheid tussen consumenten en producenten en tussen eten/drinken op locatie (on-site) of afhalen.
Daarnaast bevat de SUP specifieke verplichtingen voor de volgende bedrijven, organisaties en instellingen:
Kantoren, bedrijven, instellingen, sportclubs en verenigingen en gesloten evenementen
Deze bedrijven en organisaties mogen vanaf 1 januari 2024 geen plastic wegwerpbekers en -bakjes aanbieden. Er moet gewerkt worden met herbruikbare alternatieven of gebruikers moeten zelf een beker, bakje of bord meenemen.
Uitzondering op deze regel zijn zorginstellingen en gesloten inrichtingen, vanwege veiligheids- en hygiënevoorschriften.
Supermarkten, detailhandel, kiosken, horeca en open evenementen
Deze bedrijven en organisaties moeten vanaf 1 juli 2023 een bedrag doorberekenen aan consumenten voor de aanschaf van in plastic verpakt eten of drinken. Drinkt of eet de klant op locatie, dan zijn plastic wegwerpbekers en -bakjes niet toegestaan.
De SUP is een Europese richtlijn. De richtlijn moet in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd worden om het afgesproken eindresultaat van de SUP te bepalen. De SUP is in de volgende Nederlandse wet- en regelgeving opgenomen:
Daaruit volgen specifieke maatregelen die de Rijksoverheid in 2023 en 2024 heeft genomen om te voldoen aan de SUP-richtlijn (niet uitputtende lijst):